Voedselveiligheid is de hoeksteen van de voedingsproductie. Voor leidingen en gesloten installaties spelen CIP en SIP (Cleaning en Sterilizing In Place) een belangrijke rol om de hygiëne te garanderen. CIP/SIP is een proces dat een nauwgezet samenspel is van mechanische krachten, tijd, temperatuur en chemicaliën. Met de oplossingen van ifm electronic kan u CIP/SIP-reinigingen perfect onder controle houden en optimaliseren om kosten (energie, water, reinigingsproduct) te besparen.
CIP en SIP zijn grotendeels identieke processen en bestaan uit verschillende handelingen om leidingen en gesloten procesinstallaties weer perfect schoon te krijgen. Dat gebeurt door reiniging met basen en zuren af te wisselen met spoelen met warm water. Voor SIP komt daar nog een thermische of chemische desinfectiestap bij. Philippe Briers, Project Leader Smart Factory bij ifm: “Vier factoren bepalen de efficiëntie van CIP/SIP-processen: mechanische krachten, temperatuur, chemicaliën en tijd. Hoe langer de eerste drie factoren ageren, hoe beter het reinigingsproces. Maar voor bedrijven is het zaak dit zo kort mogelijk te houden om snel weer aan het produceren te zijn. Een optimaal compromis is dus cruciaal.” ifm electronic beschikt over de juiste sensortechnologie om dit samenspel perfect op te volgen. En door alle signalen samen te brengen in moneo krijgt de gebruikers plug-and-play overzichtelijke dashboards te zien die hem meteen de weg tonen naar verdere optimaliseringen of die kunnen dienen voor een perfecte registratie van de reiniging.
Een eerste factor die we onder de loep nemen zijn de mechanische krachten. Het water of de chemicaliën moeten een voldoende hoog debiet hebben om mogelijke contaminaties uit de leidingen te krijgen. “Debietsensoren zijn de klassieke manier om dit op te lossen. Ze meten de stromingssnelheid die zich idealiter moet situeren tussen 1,5 m/s en 2,1 m/s. Een te laag debiet genereert te weinig turbulentie en dus onvoldoende reiniging. Een te hoog debiet heeft geen impact op een beter reinigingsresultaat en leidt dus tot een nodeloos hoger energieverbruik”, aldus Briers. Met een brede range aan magnetisch inductieve debietmeters, kan ifm aan de noden van gebruikers tegemoetkomen. Sterke troeven zijn het digitale IO-Link signaal dat het debiet in l/min kan omzetten in een waarde in m/s. Wie nog over analoge signalen beschikt kan met de DP2200 module aan de slag voor een betrouwbare conversie naar IO-Link.
In functie van elke reinigingsstap is een bepaalde temperatuur vereist. Briers: “Temperatuur is dus een bepalende factor in de kwaliteit van de reiniging. Belangrijk daarbij is dat we de temperatuur voor de volledige tank weten. Door zowel aan de inlaat- als de uitlaat te meten weten we de absolute en de relatieve waarden, zodat de gebruikers verzekerd is dat de juiste temperaturen over bepaalde tijdspannes gehaald zijn.” Een kanjer in dat domein is de TCC231 sensor die twee meetprincipes (PTC en NTC) en twee onafhankelijke sondes in één sensorbehuizing combineert. “Je krijgt altijd een duidelijke en betrouwbare waarde in parallel. Als er drift begint op te treden, weet u het meteen en kan u ingrijpen vooraleer een stilstand zich opdringt.”
Ten slotte spelen chemicaliën hun rol. Ook daar is de juiste dosering van belang om geen onnodige kosten te maken. “Geleidbaarheidsmetingen worden gebruikt om de concentratie van reinigingsproducten te meten en de kwaliteit van het spoelwater te bepalen.” Met de LDL sensoren voegde ifm electronic geleidbaarheidssensoren toe aan het gamma die net voor dit soort toepassingen ontwikkeld zijn. “Zo kunnen ze ook de temperatuur meegeven. Net als bij temperatuursensoren loont het om zowel de inlaat als de uitlaat van de tank te controleren. Enerzijds om zeker te zijn dat de chemicaliën hun werk hebben kunnen doen, anderzijds om te weten wanneer er geen partikels meer achterblijven in het spoelwater”, verduidelijkt Briers. De nieuwe LDL 101 maakt het bovendien mogelijk om heel lage concentraties op te sporen, bijvoorbeeld voor toepassingen met gedemineraliseerd water.
Maar wat kan je nu allemaal leren uit de waarden die deze sensoren capteren? Daar komt moneo bij kijken. Briers: “De meetdata worden continu opgenomen voor analyse van historische data. Dit laat toe om optimalisatie- en besparingspotentieel te identificeren. Sensordata wordt zo relevante procesinformatie. Door het geïntegreerde alarmbeheer kunnen gebruikers bovendien snel reageren op veranderende procesparameters. Gebruiksgemak primeert hier echt.” Belangrijk om aan te stippen zijn ook de ‘calculated values’ die moneo biedt. Gebruikers kunnen in een handomdraai zelf waarden omzetten naar de juiste grootheid. “In een PLC komt hier flink wat programmeerwerk bij kijken, bij moneo is het een kwestie van drag-and-drop.”