Laat uw productievloer geen blinde vlek meer zijn

Dat ERP van meerwaarde kan zijn om de bedrijfsprocessen te optimaliseren, daar zijn de meeste bedrijven intussen van overtuigd. Maar dan blijft het nog zaak om inzicht te krijgen in de productievloer om je plant zo efficiënt mogelijk aan te sturen. Extra modules die aan een ERP-pakket hangen spreken echter niet diezelfde taal van machines die tot op milliseconden geregeld worden. Elke laag heeft daarom zijn eigen specialisten nodig. Met zijn Plant Operations suite beschikt Aptean over een modulair softwarepakket van oplossingen, ontwikkeld vanuit de productie, om tot de slimme, duurzame voedingsfabrieken van morgen te komen.

Aptean is voor sommige bedrijven misschien een nieuwe naam in de Benelux, maar deze Amerikaanse softwareontwikkelaar komt allerminst onbeslagen ten ijs. Het bouwde in zijn thuismarkt een sterke reputatie op met zijn vaak op Microsoft gebaseerde ERP oplossingen (door overnames van Schouw Informatisering, DIN Solutions en Drink-IT),Door de overname van het Belgische Objective voegt Aptean daar ook ijzersterke MES, WMS software aan toe. En door andere overnames wordt het portfolio verder aangevuld met OEE, EAM en PLM software. “En daar zijn we best uniek in”, zegt Director Solution Sales Fries Lefevere. “We overstijgen de ERP-business met best-in-class oplossingen voor het aansturen van de productievloer. Er komt meer en meer automatisering bij in de industrie, tot zelfs in het magazijn. Elke voedings- en drankenfabrikant heeft wel zijn eigen schermen, maar met een overkoepelend systeem bewaar je een centraal overzicht en krijg je zelfs inzicht in oudere machines waar de fabrikant geen overzichten aanbiedt.

Aptean MES en WMS Objective Edition kunnen net daar het verschil maken. Erwin Vervondel, Senior Architect bij Aptean:  “We zien dat de optelsom van MES en WMS steeds vaker drie is. De sleutelwoorden in een moderne voedselproductie zijn just-in-time en just-in-sequence. Alles moet op het juiste moment en in de juiste volgorde aan de machines worden aangeleverd. Maar je wil tegelijkertijd flexibel genoeg blijven om in te spelen op veranderingen in de planning. MES zorgt voor detailinstructies naar de mens, de machine en het magazijn, waar het WMS dan de volledige aanvoer van grondstoffen en afgewerkte producten voor zijn rekening neemt. Een hechte integratie die voor waanzinnig veel meerwaarde zorgt. Je krijgt met Aptean MES en WMS een volledige gate-to-gate oplossing, ook al omdat je naadloos kan koppelen met ERP.”

Net die sterkte in de breedte, van ERP tot Plant Operations, maakt dat er voor de gebruiker weinig tot geen maatwerk aan te pas komt. “Dat wil je vermijden, want dat kost geld”, weet Vervondel. “Wij kiezen daarom voor een soort plug-in aanpak met de focus op open interfaces, zodat ook met andere oplossingen en systemen kan worden gekoppeld. Tweede verschilpunt is de domeinkennis die we over de jaren hebben opgebouwd. Onze software richt zich heel specifiek tot verschillende niches binnen de voedingsindustrie. Wie bakkerijproducten levert, heeft immers heel andere eisen dan wie bier produceert of in vleesverwerking actief is. Onze software vertrekt telkens vanuit de flows die eigen zijn aan die sectoren gebundeld in voorverpakte diensten, zodat ze een natuurlijk verlengstuk is van de operaties op de werkvloer. Software op maat van het bedrijf dus, zonder maatwerk. En we leren klanten hoe hun flows te configureren in onze applicaties, zodat ze er achteraf zelf mee aan de slag kunnen.”

Dat het voor mkb’s toch een heuse drempel kan zijn om bovenop ERP en automatiseringsprojecten ook nog eens in MES en WMS te investeren, begrijpen ze bij Aptean maar al te goed. “Maar hoe meer automatisering zijn intrede doet, hoe complexer de productie wordt, hoe meer de nood zich zal laten voelen om alles efficiënt aan te sturen”, stipt Lefevere aan. “Een goed opgezet systeem geeft je de schaalbaarheid om te groeien, de veerkracht om te schakelen en de betrouwbaarheid om aan de eisen van je klanten tegemoet te komen. En misschien kan Patch OEE wel een makkelijke eerste stap zijn. Dat is al na een paar weken operationeel, richt zich op een specifiek probleem en levert snel resultaat op. Het kan een katalysator vormen om ook andere problemen op te lossen: hoe onderhoud beter ondersteunen, hoe kwaliteitsissues aanpakken, hoe een bottleneck wegwerken … en uiteindelijk naar een volwaardige MES- en WMS oplossing te gaan.”