Zo gaat het laserlicht constant de ruimte door om de zones te bewaken. Wanneer de laserstraal een object raakt, wordt ze terug gereflecteerd. Aan de hand van de tijd tussen het uitzenden van de straal en het weer ontvangen, kan men de afstand exact gaan bepalen en weet de scanner of het object zich in de bewaakte zone bevindt of niet. Er worden standaard drie zones onder-scheidden. Dit gebeurt in functie van uw toepassing en de veiligheidsvereisten.
– Beschermingsveld: een radius van ongeveer 8 m rond de veiligheidslaserscanner. Wanneer er zich iemand in deze zone bevindt, moet het mogelijke gevaar meteen geneutraliseerd worden door de machine af te schakelen. Dit wordt daarom ook de afschakel-zone genoemd.
– Waarschuwingsveld: een radius van ongeveer 20 m rond de veiligheidslaserscanner. Wanneer deze zone betreden wordt terwijl de machines in bedrijf zijn, zullen ze ver-tragen en zal er een alarm afgaan.
– Meetveld: radius tot 50 m rond de veiligheidsscanner. Hier is er geen gevaar, maar kan de scanner wel nog dienen om contouren te bepalen. Dat kan bijvoorbeeld interessant zijn in mobiele toepassingen.
De veiligheidslaserscanner werkt aan de hand van diffuse reflectie. Bij toepassingen die gebruik maken van reflectieve materialen (glas, spiegels, blinkende metalen …) zal dit laserlicht niet diffuus gereflecteerd worden maar in één richting. Dan loopt men het -risico dat het object niet gedetecteerd wordt. Een tweede belangrijk aandachtspunt is de resolutie. Deze vertelt iets over minimale grootte van een object dat op een veilige manier kan worden gedetecteerd. Hoe groter de afstand, hoe kleiner de resolutie zal worden. Een bijkomend element daarbij is de sample-snelheid. Daar kan men mee spelen om de resolutie te verhogen, maar dan zal wel de reactie-tijd vertragen. Ten derde zijn er nog een aantal andere elementen die storend kunnen werken voor veiligheidslaser-scanners: rook-, damp- of stofontwikkeling, elektromagnetische interferentie, intense lichtbronnen en andere laserscanners in dezelfde zone. Er bestaan filters en technieken om deze omgevingsomstandigheden te counteren en de scanner minder gevoelig te maken, maar dat zal zijn impact hebben op de reactietijd en dus de veiligheidsafstanden.
Sinds ongeveer een jaar bestaat er ook radar-technologie voor veiligheidstoepassingen. Waar laserlicht tweedimensionaal werkt, heb-ben radargolven (frequentie 24 GHz) een conisch bereik. Maar het principe stemt voor de rest overeen: op basis van de reflectie van de radargolven kan men zich een exact beeld vormen over de afstand tot een object. De voordelen van radar ten opzichte van laser-scanners is dat geluidsgolven geen last hebben van reflectieve oppervlakken en minder gevoelig zijn aan stof en damp. Ze hebben het daarentegen wel moeilijker met plastic en hout. De grootste troef van radar is echter dat ze zodanig ingesteld kunnen worden dat ze alleen maar reageren op beweging. Daarmee kunnen objecten toegelaten worden in een beveiligde zone, maar door de micro-bewegingen eigen aan het menselijke lichaam (denk maar aan de harstslag) zullen personen altijd veilig gedetecteerd worden. De nadelen zitten vooral in de precisie (tolerantie van +/- 30 cm) en een minimaal benodigde afstand van 1,3 m. Aangezien dit een relatief jonge technologie is, worden hier wel nog evoluties in verwacht.
PILZ heeft voor beide technieken een zeer performante oplossing in huis. De PSENscan is een veilige 2D-laserscanner geschikt voor toepassingen tot Pl d, Type 3 en Sil 2. Hij detecteert een veiligheidszone van 3 of 5,5 m aan een respectieve resolutie van 40 of 70 mm. Verder is hij uitgerust met een display, zodat u direct kan zien welke zone hij detecteert en vanwaar de detectie precies komt. Een tweede troef is zijn wisselbaar geheugen. Op die manier kan de scanner eenvoudig vervangen worden of kunnen verschillende scanners dezelfde configuratie krijgen. Andere features zijn muting, EDM en override. Er kunnen tot vier laserscanners gekoppeld worden via het master-slaveprincipe. Het LBK systeem bestaat dan weer uit een radar-sensor met evaluatie-unit voor toepassingen tot Pl d en SIL 2. Daar kunnen via CANbus tot maximaal zes radarsensors op aangesloten worden die 15 m x 4 m ver kunnen detecteren. De synchronisatie verloopt zodanig dat ze elkaar niet zullen storen. Op die manier zijn vrije, flexibele opstellingen mogelijk.
Benieuwd wat voor uw toepassing de best mogelijke oplossing kan zijn? Contacteer dan de veiligheidsspecialisten van PILZ om een duidelijk inzicht te krijgen.